In de markten waarin we actief zijn, kennen we genoeg concurrenten. Zo is in de confectionery-branche (chocolade en snoep) Nomi onze grootste ‘tegenstander’. We gebruiken bewust aanhalingstekens. Want hoewel we vaak in dezelfde vijver vissen, is er een grote mate van wederzijds respect. Aan het woord: André van Peer, directeur van het familiebedrijf uit Etten-Leur.
Snoeiharde concurrenten? Zo zou André de relatie met Vetipak zeker niet willen omschrijven. “Nee hoor. We zijn concurrenten en hebben soms last van elkaar, maar we waarderen elkaar ook. Ik ervaar zelfs een mooie klik tussen mij en Vetipakkers als Arno en Mark. Ik denk dat hem dat vooral zit in hun mentaliteit, die sterk lijkt op die van mij: we zijn allemaal aanpakkers. We houden niet van bureaucratie, maar stropen liever de mouwen op en gaan aan de slag.”
Kaarten tegen de borst
Vetipak en Nomi komen elkaar geregeld tegen. In tenders en aanbestedingen (al weten ze dat vrijwel nooit van elkaar), en op beurzen en evenementen. “Zoals van de ECPA, de European Co-Packers Association”, aldus André. “Arno, Mark en ik maken dan graag een praatje. Maar: we houden het wel algemeen. We hebben het over personeelsuitdagingen, energieprijzen, machineleveranciers… En natuurlijk informeren we wel eens of de ander ook ‘die ene aanvraag’ voorbij heeft zien komen. Maar dát is het moment om de kaarten stevig tegen de borst te houden. Goede verstandhouding: ja, maar Vetipak is en blijft natuurlijk een concurrent.”
is en blijft natuurlijk een concurrent”
Zelfde hoge standaard
Soms gaat de samenwerking wel een stap verder, bijvoorbeeld bij het doorverwijzen van klanten. André: “Het kan gebeuren dat een klant of opdracht net wat minder goed bij je past. In zo’n geval stuur ik ze zonder moeite door naar Vetipak, net als andersom trouwens. Ik weet dat ze daar in goede, professionele handen zijn. Ze hebben dezelfde hoge standaard als het gaat om het benaderen, bedienen en ontzorgen van klanten.”
Vechten om hetzelfde been
“Aan de andere kant kan de concurrentie soms ook echt lastig zijn”, vervolgt André. “Bijvoorbeeld als je vermoedt dat je allebei om hetzelfde been vecht. Niemand laat zich graag de kaas van het brood eten. Maar ook al is Vetipak die geduchte concurrent, dan nog is er veel respect voor elkaar. Dat heb ik met andere partijen overigens vaak niet, of minder. Je hebt nu eenmaal niet met iedereen een klik. In onze relatie met Vetipak zijn we zakelijk als het moet en warm als het kan. Dat bevalt prima.”
Innovatief versus Inventief
In het streven naar innovatie kennen de beide bedrijven andere invalshoeken. André roemt de innovatiekracht van Vetipak, een aspect dat hij met Nomi anders invult. “Ook wij zijn vooruitstrevend en kijken altijd naar nieuwe toepassingen, maar we ontwikkelen zelf geen machines of concepten. Innovatief? Ik zou eerder spreken van inventief, waarbij we alle mogelijkheden van onze mensen, middelen en de expertise van onze leveranciers optimaal benutten. We denken altijd in oplossingen, ‘nee’ verkopen is er voor ons eigenlijk niet bij.”
Welkom op jubileumfeest
Volgend jaar viert Nomi zelf een jubileum: dan bestaat de BV 35 jaar (nadat het bedrijf na de oprichting in 1986 eerst twee jaar als eenmanszaak opereerde). André vertelt: “Ik ben destijds samen met mijn vader gestart. Als 18-jarige jongen had ik nét mijn vwo-diploma op zak. Ik kende mijn talen en rekenen kon ik ook, maar ik miste de technische achtergrond. Door goed te luisteren naar leveranciers en te anticiperen op de wensen van klanten, zijn we steeds verder gegroeid. Volgend jaar is het onze beurt om een feestje te vieren. De mensen van Vetipak? Die zijn meer dan welkom.”